Hoofdstuk 3 - Paragrafen

3.4 Financiering

3.4.2 Financiering

Er is een omslag van een financieringsoverschot van € 101 miljoen (eind 2021) naar een geprognosticeerd financieringstekort eind 2026 van € 116 miljoen Dit betekent per saldo een uitstroom van liquide middelen van € 217 miljoen gedurende de vijf jaren tussen begin 2022 en december 2026. Deze uitstroom van middelen is gebaseerd op de begroting en huidige onderliggende veronderstellingen voor onder andere de planning van investeringen, subsidiebeschikkingen, aan derden verstrekte financiering en andere uitgaven. Juist omdat de realisatie wel eens enkele weken tot maanden kan verschillen van de voorgenomen planning zijn de treasuryrapportages per kwartaal leidend voor het feitelijk aantrekken van financiering. Ook kunnen eventuele nog te nemen besluiten over bijvoorbeeld een deelneming in Stedin majeure effecten hebben op deze prognoses. Een deelneming in Stedin is in de ramingen van deze begroting niet opgenomen.

Zoals verder wordt toegelicht in paragraaf 4.1.5 Geprognosticeerde balans moet er een kanttekening gemaakt worden bij het lezen van de balans. Het totale bedrag aan mogelijk te verstrekken subsidie in de begroting wordt telkens als exploitatielast opgenomen. Maar uit de realisatie blijkt dat er alleen een deel van de subsidie wordt verstrekt Daardoor ontstaat een onderbesteding waardoor de hoogte van de liquide middelen en de bestemmingsreserves te laag zijn geraamd. Daarnaast is in de begroting nog niet het verwachte resultaat voor 2022 zoals opgenomen in de Zomernota verwerkt in de balans.

Om toch een beter beeld te geven van de verwachte benodigde financiering is in de grafiek hierboven naast de vaste schuld zoals geraamd in de begroting ook een meer realistische prognose gemaakt voor de verwachte vaste schuld. Hierin is een afslag gemaakt van 10% op de geraamde subsidies. Daarnaast wordt het verwachte resultaat voor 2022 van € 17,3 miljoen, zoals opgenomen in de Zomernota, meegenomen in de prognose. Mede door de positieve begrotingssaldi als gevolg van een hoger accres uit het provinciefonds is de liquiditeitsbehoefte behoorlijk gewijzigd ten opzichte van de ramingen die zijn opgenomen in vorige begrotingen.

Deze pagina is gebouwd op 09/29/2022 15:43:06 met de export van 09/29/2022 15:15:08