4.2.4 | Het aandeel duurzame warmtebronnen voor de verwarming van gebouwen is groter |
---|---|
Toelichting op meerjarendoel | |
In de afgelopen jaren is de productie van duurzame warmte in de provincie Utrecht sterk gestegen. Het gaat vooral om warmte uit duurzame houtachtige biomassa, maar ook omgevingswarmte ontwikkelt zich voorspoedig. De komende jaren zal de productie van hernieuwbare warmte gestaag blijven toenemen door de marktintroductie van relatief innovatieve technieken als aquathermie, geothermie en zonthermie. Het economisch potentieel van groen gas en waterstof ter vervanging van aardgas in de gebouwde omgeving is momenteel nog lastig in te schatten. Een groot aantal collectieve warmte-initiatieven bevindt zich in een prematuur stadium (ideefase, haalbaarheid). De provincie versnelt de ontwikkeling van deze projecten door financiële, technische of maatschappelijke knelpunten te identificeren en oplossingsrichtingen aan te dragen. Voorbeelden hiervan zijn lokaal seismisch onderzoek om het potentieel van bodemenergie nauwkeuriger te kunnen bepalen. En hydrologisch onderzoek om meer inzicht in de kenmerken van oppervlaktewater of grondwater te krijgen, en zo het potentieel van aquathermie vast te stellen. Warmteprojecten waarvan de haalbaarheid al is bepaald, worden ondersteund met instrumenten als een marktconsultatie, de inzet van projectleiders, de opzet van het Servicepunt Warmte en financieringsonderzoek. Ten slotte dragen we in gezamenlijkheid met de gemeenten bij aan de ontwikkeling en uitvoering van de planvorming warmtetransitie (onder andere Regionale Structuur Warmte, wijkuitvoeringsplannen, transitievisies) vooral waar het de ontwikkeling van grootschalige collectieve systemen betreft. Zie ook 4.1.1. Beoogd resultaat 2023
|