Wij moeten het belang van natuur zorgvuldig afwegen tegen allerlei andere belangen. Bijvoorbeeld als de bescherming van diersoorten negatieve effecten heeft op economische activiteiten, of als natuurbelangen botsen zoals bij invasieve exoten. Afwegingen dienen ter bescherming van het NNN waarbij aantasting alleen bij uitzondering en onder (compensatie)voorwaarden mogelijk is. Adequate compensatie is van groot belang voor een goede balans tussen het in stand houden van de dier- en plantensoorten en het toestaan van ontwikkelingen die leiden tot ingrepen en schade in bos- en natuurgebieden (NNN). De aanpak Biodiversiteit in Stad en Dorp combineert een optimale soortenbescherming via het wettelijke kader met een vereenvoudiging voor de klimaat- en energietransitiedoelen in de stedelijke omgeving. Uitvoeringsprogramma Invasieve Exoten 2022-2026 Sinds 2018 zijn de provincies verantwoordelijk voor de bestrijding en coördinatie van de aanpak van 69 door Europa aangewezen soorten invasieve exoten die een bedreiging vormen voor de inheemse flora en fauna. De aanpak en de provinciale ambitie hebben wij neergelegd in het in 2022 door ons vastgestelde Uitvoeringsprogramma Invasieve Exoten 2022-2026. Het nieuwe programma legt de focus op de gebiedsgerichte gezamenlijke uitvoeringsprojecten met stakeholders (gemeenten, waterschappen, en andere terreinbeherende organisaties) voor de feitelijke aanpak en beheersing van al gevestigde wijdverspreide soorten. Deze kennen een lange doorlooptijd vanwege de benodigde nazorg (tot 7 jaar) om te voorkomen dat de soort opnieuw dominant wordt. Verdere topics zijn het up-to-date brengen van de informatie over de verspreiding van de invasieve exoten, de ‘Leidraad Monitoring’, draaiboeken om soorten snel en effectief te bestrijden en het stimuleren van bewustwording bij organisaties en burgers. Verder blijven we investeren in onderzoeksprojecten gericht op het vinden van de beste bestrijdingsmethoden. Bijvoorbeeld de voortzetting van het onderzoek naar vangtuigen voor het bestrijden van uitheemse rivierkreeften (Molenpolder), maar ook de ecosysteemaanpak. Om het Uitvoeringsprogramma Invasieve Exoten te kunnen starten is vanwege die noodzakelijke continuïteit in de bestrijding structureel budget nodig. Wij hebben besloten deze benodigde middelen in deze Programmabegroting op te nemen. Structureel € 1,26 miljoen per jaar. Hierbij is nog geen rekening gehouden met kostenstijgingen in de uitvoering de komende jaren. We monitoren de kosten en komen met een nieuw voorstel in een volgende kadernota als daar aanleiding voor is. Ondertussen is ook de Unielijst invasieve exoten met 22 soorten uitgebreid tot 91 soorten. Wij zullen nagaan binnen de IPO-taakgroep invasieve exoten of aan de bestrijding van deze nieuwe soorten onevenredige financiële consequenties zijn verbonden die in aanmerking kunnen komen om met het Rijk te verrekenen. Faunabeleid en -beheer De rollen en taken zijn voor het grootste deel door de wetgever (Wet natuurbescherming, Wnb) bepaald en eerder door ons in de Voortgangsrapportage faunabeleid 2022 uiteengezet. Uitgangspunt is dat faunabeleid en faunabeheer op elkaar moeten zijn afgestemd. Om toe te werken naar nieuw faunabeleid zijn er incidentele middelen beschikbaar gesteld tot en met 2023. Op basis van nieuw beleid zouden vervolgens middelen voor 2024 en verder kunnen worden aangevraagd. In juni 2022 hebben wij u geïnformeerd over de stand van zaken met de Voortgangsrapportage faunabeleid 2022 en u inzicht gegeven in de actuele problematiek en doorlooptijd van verschillende sporen, acties en onderzoeken als bouwstenen voor nieuw beleid. Het Projectteam Ganzenbeheer Utrecht (PGU) heeft in 2022 het advies voor toekomstbestendig ganzenbeheer opgesteld. We hebben opdracht gegeven om het functioneren van onze ganzenrustgebieden te onderzoeken in het winterseizoen 2022-2023. Beide vormen bouwstenen voor een nieuw beleidskader ganzen, waar sinds 2022 ook in IPO verband, door de taakgroep ganzen aan gewerkt wordt. In 2023 zal dit tot een meer interprovinciaal afgestemd vernieuwd ganzenbeleid moeten leiden. In het kader van alternatieve methoden voor ganzenbeheer komen de resultaten beschikbaar van twee grote onderzoeken, tevens bouwstenen voor nieuw beleid. Als alternatief voor afschot van verwilderde katten komen in 2023 de eerste monitoringsresultaten beschikbaar over de rol van de kat als predator en onderzoek naar de dichtheid van verwilderde katten voor en na vangen. Wij gaan door met het stimuleren van samenwerking rondom faunabeleid in IPO verband op juridisch terrein, de borging van toegankelijkheid tot faunagegevens en de verbetering van het inzicht in de causale verbanden tussen de verschillende gegevens, dit met oog op de recente gerechtelijke uitspraken. Ook zetten we in op verbetering van de monitoring en op andere vlakken die van belang zijn om juridisch houdbare besluiten te kunnen afgeven. Met de Faunabeheereenheid (FBE) zullen we nagaan wat de stakeholders hieraan gaan bijdragen, met het oog op een nieuw faunabeheerplan. In 2022 is in IPO verband een nieuw interprovinciaal wolvenplan vastgesteld. Op basis van de gemaakte keuzes zullen we het plan verder doorvoeren en uitwerken en mogelijk financiële consequenties in beeld brengen. Openeinderegeling faunaschade Grondgebruikers kunnen op grond van artikel 6.1 Wnb onder voorwaarden een aanvraag indienen om tegemoetkoming in de gewasschade veroorzaakt door in het wild levende dieren. De hoogte van het totaal aan uitkeringen is niet met zekerheid te voorspellen en afhankelijk van veel factoren, zoals het aantal aanvragen, aantal schadeveroorzakende dieren, het weer en de droge stofprijs van het gewas. Via een voorstel in de Kadernota 2023 zijn de beschikbare middelen in de begroting vanaf 2023 opgehoogd. Wij verwachten op basis van de IPO-kaderbrief met de prognose voor 2023, een verdere stijging van de droge stof prijs voor gras in 2023. Daarnaast kan het besluit van de minister om de jacht in Utrecht te sluiten op schadeveroorzakende diersoorten als haas en konijn stijgende effecten veroorzaken. Ook de uitvoering van Motie 88 Knelpunten oplossen voor biodiversiteit (29 juni 2022, bij de Kadernota 2023-2026) gerelateerd aan vogelschade aan fruit, kan leiden tot stijging van het uit te keren schadebedrag. Eventuele extra bijstellingen zullen wij betrekken bij de afwegingen in de Kadernota 2024. Vogelopvang Utrecht en transport en opvang van in het wild levende diere n Wij continueren onze jaarlijkse financiële bijdragen aan de Vogelopvang Utrecht en Stichting DierenLot. Met deze middelen stellen we de Vogelopvang Utrecht in staat om onder andere bij te dragen aan de instandhouding van bedreigde soorten. En de Stichting DierenLot kan de keten van transport en opvang van in het wilde levende dieren onderhouden door onder andere het werven en vasthouden van vrijwilligers. De ruimte voor natuur veiligstellen (NNN) Als onderdeel van de Omgevingswet zijn in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) nieuwe eisen opgenomen voor de uitwerking van de Wezenlijke kenmerken en waarden (WKW) van het NNN. De WKW bieden een beschrijving van de kernkwaliteiten van het NNN en vormen een nadere invulling van Bijlage XI (Wezenlijke kenmerken en waarden) van de (ontwerp-) Omgevingsverordening. De uitwerking biedt in ieder geval een beschrijving van de actuele en potentiële waarden van het ecosysteem en de bijbehorende omgevingsfactoren. Dat zijn de robuustheid en aaneengeslotenheid van het NNN, de aanwezigheid van bijzondere soorten en de verbindingsfunctie van het gebied voor soorten en ecosystemen. In 2022 hebben wij opdracht gegeven om deze WKW nader uit te werken. Oplevering van deze opdracht wordt verwacht halverwege 2023. Daarnaast zal de handreiking voor de toepassing van de meerwaardebenadering begin dit jaar worden opgeleverd. Bescherming van soorten Voor het verlenen van ontheffingen en vergunningen in het kader van de Wnb (en straks de Omgevingswet) is het nodig meer zicht te krijgen op de zogenaamde staat van instandhouding van beschermde soorten in onze provincie. Hierbij gaat het om ontheffingen voor ruimtelijke ingrepen, maar ook voor beheer- en schadebestrijding. In 2022 is een onderzoek in gang gezet, die voor een beperkt aantal diersoorten in Utrecht de staat van instandhouding nader in beeld moet brengen. De resultaten volgen in dit begrotingsjaar. Gezien het belang van deze kennis en de hoge onderzoekskosten wordt sinds 2022 steeds intensiever samengewerkt met het IPO en het Rijk (zie ook onder kopje Monitoring hieronder). Natuurcompensatiebank provincie Utrecht In 2018 is besloten een natuurcompensatiebank in te stellen. In de natuurcompensatiebank worden door de provincie gronden op voorraad gehouden voor de realisatie van NNN- en boscompensatieverplichtingen. De compensatiebank maakt het mogelijk om een hogere kwaliteit van de compensatienatuur te realiseren en de uitvoering van compensatieverplichtingen te versnellen. Sinds 2018 heeft de compensatiebank de beschikking gekregen over drie locaties voor de uitvoering van compensatieverplichtingen. Deze locaties zijn eigendom van de provincie. Het zijn de locaties Autenasekade in de gemeente Vijfheerenlanden (ongeveer 26 ha), Valkenheide in de gemeente Utrechtse Heuvelrug (ongeveer 9 ha) en Bijleveld in de gemeente Utrecht (ongeveer 3 ha). Voor de locaties Autenasekade en Bijleveld is de planning dat de uitvoering eind 2023/begin 2024 plaatsvindt. Voor de locatie Valkenheide vindt de uitvoering naar verwachting later plaats. Na realisatie van de compensatienatuur zal die toegevoegd worden aan het NNN. De te realiseren compensatienatuur telt niet mee voor de realisatie van taakstellingen voor het NNN of het Strategisch bosbeleid, omdat het gaat om compensatie van natuur en bos die verloren zijn gegaan. Na de inrichting worden de locaties verkocht aan een partij die de natuur gaat beheren. In 2023 rapporteren wij u over de uitvoering van NNN- en boscompensatie-verplichtingen in de provincie Utrecht. Aanpak Biodiversiteit in Stad en Dorp (BiSD) De Aanpak BiSD richt zich via drie sporen op het behouden en versterken van biodiversiteit in de gebouwde omgeving. We gaan door met het door ons in 2022 ontwikkelde Pre-Soortenmanagementplan pre-Soortenmanagementplan (pre-SMP) en het verplicht daaropvolgende Soortenmanagementplan (SMP). Met dit pakket bieden wij uitgebalanceerde oplossingen voor de bescherming van gebouw bewonende soorten op grond van een ontheffing van de Wnb en de borging van voortgang van de verduurzamings- en bouwambities. Dit jaar gaan wij verder met het introduceren van de methodiek van het pre-SMP bij de nog niet aangehaakte gemeenten. In 2023 zal dit instrument mogelijk een vervolg krijgen op interprovinciaal en nationaal niveau. Het spoor Natuurinclusief ontwikkelen wordt ondertussen ingehaald door de landelijke Agenda Natuurinclusief (zie meerjarendoel 2.2.2.). Vanuit dit spoor haken wij hierop aan. Het betekent wel een verbreding van de doelen, omdat de landelijke agenda alles beslaat, dus ook het buitengebied als geheel. Afhankelijk van de landelijke invulling van de agenda kan dit mogelijk een opschaling betekenen van dit spoor. Vanuit onze aanpak willen we door met de Ontwerp Ateliers voor natuurinclusieve projecten en de concrete toepassing van het Convenant Duurzaam Bouwen (trekkerschap Versnelling Woningbouw). Met Samen voor natuur gaan we door met het creëren van draagvlak en het vergroten van het oppervlak binnenstedelijk groen. We gebruiken de uitkomsten van De Groene Stad Challenge, waar per wijk de mate van “groen” en “grijs” is bepaald, om onze tijd en middelen gericht te kunnen inzetten voor biodiversiteitswinst. Wij sluiten daarbij o.a. aan bij bestaande initiatieven zoals Groen aan de buurt (zie ook meerjarendoel 2.3.1 hierna). Vergunningverlening natuur en landschap In het jaarlijkse Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) worden op basis van de beleidsuitgangspunten keuzes gemaakt over de inzet van vergunningverlening. Voor de gebiedsbescherming (vooral stikstof) wacht de vergunningverlening voor een belangrijk deel op uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Deze uitspraken worden in het najaar van 2022 verwacht en zijn van invloed op het op orde krijgen van de vergunningverlening. In de tussentijd worden de dossiers zover mogelijk compleet gemaakt, zodat besluitvorming na de uitspraken zo snel mogelijk weer opgepakt kan worden. Daarnaast worden de dossiers van de PAS-melders geverifieerd. Waar nodig worden deze ook verder compleet gemaakt. Dit in afwachting van stikstofruimte voor de legalisatie van de PAS-melding. Op het moment dat stikstofruimte beschikbaar is, kan besluitvorming verder worden opgepakt. Onduidelijk is nog welke gevolgen het kabinetsbeleid heeft op de provinciale uitvoering van de stikstofproblematiek. Wij houden u daarover op de hoogte. Voor de overige werkstromen richten wij ons in 2023 op het tijdig verlenen van adviezen en rechtszekere besluiten en het beoordelen van meldingen. Het gaat daarbij om beheer en schadebestrijding, soortenbescherming, houtopstanden, Natuurschoonwet en de provinciale Interim Omgevingsverordening onderdeel natuur en landschap. De voorbereiding op en implementatie van de Omgevingswet (waarschijnlijk met ingang van januari 2023) heeft prioriteit. Voor de ontheffingsverlening bij ruimtelijke ingrepen (soortenbescherming) wordt de komende jaren steeds meer gewerkt met gebiedsgerichte ontheffingen op basis van SMP's (zie BiSD hiervoor). Op 14 januari 2022 heeft de rechtbank Midden-Nederland de provincie Utrecht verplicht om de compensatieverplichting op zich te nemen, omdat in het verleden ten onrechte geen toeslag is berekend bij de compensatie van gekapt bos in Maarsbergen. Er is voor gekozen om deze compensatieverplichting uit te voeren met hulp van de provinciale compensatiebank. De kosten hiervan zijn ongeveer € 0,35 miljoen. Deze middelen zijn niet beschikbaar via de begroting van het Team vergunningverlening natuur en landschap. Maar in het weerstandvermogen is wel rekening gehouden met financiële risico’s als gevolg van gerechtelijke uitspraken. De uitvoering van de compensatie zal naar verwachting in 2023 plaatsvinden. Monitoring Door middel van monitoring houden wij de staat van instandhouding van de inheemse soorten en de habitats bij. Jaarlijks inventariseren wij 10% van het landelijk gebied van onze provincie. De monitoring voor het halen van de natuurdoelstellingen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de provincies en het Rijk op grond van artikel 1.12. van de Wnb. We werken op basis van het in 2018 vastgestelde supplement Monitoring en bijsturing Natuurvisie. We rapporteren de voortgang van het natuurbeleid jaarlijks met onze bijdrage aan de landelijke interprovinciale Voortgangsrapportage Natuur. Daarnaast verschijnt elke drie jaarlijk onze provinciale Rapportage Natuur. In vervolg op het kopje Bescherming van soorten hiervoor verwachten wij dat we onze monitoring op een aantal punten moeten bijstellen. Het is nu namelijk niet gericht op de noodzakelijke monitoring van de staat van instandhouding (SvI) van soorten. Dit als gevolg van constante jurisprudentie. Waarschijnlijk zal het leiden tot een stijging van de onderzoeksbudgetten. Komende jaren zullen onderzoeken hiernaar, ook in IPO-verband en in samenwerking met Rijk, worden opgepakt, waardoor kosten ook gedeeld kunnen worden. In 2023 inventariseren wij het landelijke gebied van het westelijk weidegebied bij Woerden. We leveren onze bijdrage aan het Landelijk Meetnet Flora en het Netwerk Ecologische Monitoring. Daarnaast continueren we volgens de landelijke afspraken de monitoring in de stikstofgevoelige Natura 2000 gebieden. De verzamelde data slaan we op in de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). In 2023 maken wij afspraken met terreinbeheerders over monitoring van aanvullende soorten in natuurterreinen boven op de verplichte monitoring van het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL). Hiermee krijgen wij completere en kwalitatief betere monitoringsgegevens van de bestaande natuurgebieden. Dit is ook van belang met het oog op de in de Omgevingswet genoemde wezenlijke kenmerken en waarden van het NNN. We monitoren periodiek het ecologisch functioneren van de ecoducten en faunapassages. De resultaten verwerken we in de driejaarlijkse Rapportage Natuur. Het provinciale wegenbeheer voert periodieke technische inspecties uit van de fysieke onderhoudstoestand van de ecoducten, faunapassages en de bijbehorende rasters In het jaarlijkse uitvoeringsprogramma VTH zijn afspraken gemaakt over de monitoring van het bosareaal. De jaarlijkse afname en/of toename van de hoeveelheid bos gebeurt door analyse van luchtfoto’s. Het bijbehorende registratiesysteem beheren we samen met de RUD. Door het combineren van de kaart met bos dat verdwenen is met de kaart met gemelde vellingen kunnen we controleren waar mogelijk illegale vellingen hebben plaatsgevonden. De RUD zorgt voor de naleving van de regels. In 2023 willen we het dashboard compleet hebben, waarop het areaal te zien is, met de inbreuken daarop en de nieuwe arealen en verplichtingen. In 2023 zetten we de monitoring van onze stikstofgevoelige Natura 2000 gebieden voort. We inventariseren de uitvoering van de herstelmaatregelen, zorgen voor een actuele habitattypenkaart en volgen de effecten van de maatregelen door middel van de procesindicatoren. Beoogd resultaat 2023: Uitvoeringsprogramma Invasieve Exoten 2022-2026 - Samen met één of meer stakeholders zijn gebiedsgerichte beheersingsaanpakken afgesproken.
- Draaiboeken zijn opgesteld om soorten snel en effectief te bestrijden.
Faunabeleid en -beheer - Een interprovinciaal afgestemd toekomstig bestendig ganzenbeleid is vastgesteld.
De ruimte voor natuur veiligstellen - Handreiking voor de toepassing van de meerwaardebenadering.
- Beschrijving van de kernkwaliteiten van het Natuurnetwerk Nederland(NNN), de wezenlijke kenmerken en waarden (WKW).
Aanpak Biodiversiteit in stad en dorp Het verlenen van 4 tijdelijke gebiedsgerichte ontheffingen op basis van een pre-SMP. - Het afwikkelen en verlenen van 4 subsidieaanvragen voor SMP.
- Het organiseren van 4 Ontwerp Ateliers.
- Via subsidie Klimaatbestendige, Groene en Gezonde Dorpen en Steden besteden van € 0,13 miljoen voor vergroening van steden en dorpen door onder andere schoolpleinen en groene daken.
Compensatiebank - Rapportage voor Provinciale Staten over de uitvoering van NNN- en boscompensatieverplichtingen in de provincie Utrecht.
Vergunningverlening - Realiseren van compensatieverplichting door gerechtelijke uitspraak.
|