8.4.1 | Werklocaties worden intensiever gebruikt en sluiten beter aan bij de marktvraag |
---|---|
Toelichting op meerjarendoel | |
Dit doel valt uiteen in twee delen: 1. Faciliteren intensivering/revitalisering bestaande werklocaties Bij bedrijventerreinen zetten we - gezien de schaarse ruimte in de provincie - in op efficiënter gebruik van de ruimte op bedrijventerreinen en op duurzaamheid en circulariteit. De Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht (OMU) krijgt voor de uitvoering van dit doel een grotere rol bij de intensivering (beter gebruik van uitgegeven kaveloppervlakten) van verouderde bedrijventerreinen. Hiervoor heeft de OMU het Plan van Aanpak Toekomstbestendige bedrijventerreinen gemaakt dat u op 22 september 2021 heeft vastgesteld. De financiële onderbouwing voor dit plan was onderdeel van de besluitvorming over de kadernota 2022-2025 en is verwerkt in deze begroting. Dit is een plan dat een langjarige periode bestrijkt met een tussentijdse evaluatie in 2025. In 2022 starten met de uitvoering van dit plan. Voor kantoorlocaties zetten we in op intensiever gebruik op een zeer beperkt aantal toekomstvaste locaties (locaties die naar verwachting in de toekomst ook nog in trek zullen zijn) en het verder afbouwen van de leegstand op diverse minder geschikte locaties. Onderdeel hiervan is de transformatie van kantoorruimte naar andere functies zoals wonen (waarbij de OMU nauw betrokken is). Door corona en de lockdownmaatregelen zijn meer mensen thuis gaan werken en veel bedrijven nemen zich nu voor een meer hybridevorm van thuis- en op kantoor werken te introduceren. Wij willen deze ontwikkeling goed monitoren. We gaan onze visie op de kantorenmarkt herijken op basis van recente inzichten en ontwikkelingen. Ook detailhandelslocaties hebben onze aandacht. In 2021 hebben we een subsidieregeling ingesteld om gemeenten te helpen om vitaliteit van binnensteden, dorpskernen en winkelcentra te borgen. Deze regeling moet er in 2022 en 2023 voor zorgen dat de samenwerking tussen ondernemers, vastgoedeigenaren en overheid in binnensteden en dorpskernen verbetert. Naast financiële ondersteuning in de vorm van subsidie wordt steeds meer ingezet op kennisdeling met en tussen gemeenten op het thema detailhandel/retail/vitale binnensteden en dorpskernen. We denken in 2023 desgewenst ook mee met gemeenten die gebruik willen maken van de subsidieregeling voor retail van het Rijk. In 2023 werken we verder aan structurele kennisdeling met en tussen gemeenten. 2. Faciliteren nieuwe werklocaties Voor zowel bedrijventerreinen als kantoren wordt in 2023 in beeld gebracht wat de behoefte aan nieuwe ruimte richting de toekomst (2030) zal zijn. Op basis van de uitkomsten van dat onderzoek zal beleid verder worden uitgewerkt. Voor kantoren blijven we voorlopig terughoudend als het gaat om nieuwe locaties. Maar op een zeer beperkt aantal toekomstbestendige locaties wordt realisatie van nieuwe kantoorruimte toegestaan. Voor veel bestaande locaties blijft het gaan om het beperken van de leegstand. Uiteindelijk gaat het om een toekomstvast kantooraanbod dat past bij de veranderde vraag. Om de ontwikkelingen op de kantorenmarkt goed te blijven volgen willen wij in 2023 en de jaren daarna de ontwikkelingen goed in de gaten houden en eventueel komen tot aanpassing of aanscherping van ons beleid voor de kantorenmarkt. Ook bij concentraties van detailhandel blijven we terughoudend met nieuwe mogelijkheden. Hier gaat het vooral om het verminderen van winkelpanden om aan te sluiten op de veranderde vraag en de transitie van de winkelfunctie naar andere functies die een binnenstad aantrekkelijk maken. We willen winkelvestingen concentreren binnen de huidige winkelcontouren (zoals die zijn vastgesteld) en deze winkelcontouren waar mogelijk laten inkrimpen. Beoogd resultaat 2023
*De 530.000 m2 BVO ruimtewinst van bedrijfsruimte is het equivalent van de 85 ha uit het statenvoorstel. Onderzoek van STEC (2019) geeft weer dat er 2.570 ha aan bedrijventerreinen is in de provincie, met daarop 16.000.000 m2 BVO aan bedrijfsruimte. Per hectare staat er gemiddeld 16.000.000 / 2.570 = 6.225 m2 BVO bedrijfsruimte. De ruimtewinst van 85 hectare komt neer op 85 keer 6.225 m2 = 530.000 m2 BVO aan bedrijfsruimte. |